Maken et doen signifient tout deux faire en français, mais s' emploient chacun dans un sens différent.
Maken
Realiser, fabriquer, créer.Ik heb een tekening gemaakt.
Il heb een afspraak gemaakt.
Créer un état
Je
maakt mijn gelukkig.
De vuilbak leeg maken.
Het maakt mij ongelukkig.
De vuilbak leeg maken.
Het maakt mij ongelukkig.
Iemand
wakker maken.
Réparer.
De
stoel is kapot. Kan jij ze maken?
Divers
Divers
Je maakt veel lawaai
We maken ruzie.
Het maakt geen verschil.
Ik maak mijn zorgen.
Een fout maken.
Een wandeling maken
We maken ruzie.
Het maakt geen verschil.
Ik maak mijn zorgen.
Een fout maken.
Een wandeling maken
Doen
Entreprendre, être occupé sans être précis
Wat
gaat je doen? Wat ben je aan het doen? Wat doe je?
De
venster open doen.
Ik doe mijn job.
Ik doe de afwas
Ik doe de boodschappen.
Ik doe mijn job.
Ik doe de afwas
Ik doe de boodschappen.
Causes et effets
Het
doet deugt je terug te zien.
Het doet pijn dat te horen.
Jou woorden doen mij pijn.
Jij doet me lachen.
Het doet pijn dat te horen.
Jou woorden doen mij pijn.
Jij doet me lachen.
Un comportement
Hij
doet raar.
Doen alsof.
Hij doet afstandelijk
Doen alsof.
Hij doet afstandelijk
Mettre dans
Water
in de wijn doen.
Melk of suiker in de koffie doen.
Melk of suiker in de koffie doen.
Quand on répète
Heb
je de stoel gemaakt. Nee, ik moet het nog doen.
Maken est souvent accompagné d' un sujet: eten,tekening, rok, wandeling, fietstocht
Doen est le plus souvent accompagné d' une action: koken, tekenen, naaien, stappen, fietsen
A une question avec maken on répond uniquement par maken ou son sous-entendu
Wat
ben je aan het maken? Ik maak een jurk. Een tekening,
A une questtion avec doen on répond par doen ou par une action, mais aussi si on veut être plus précis par maken
Wat
ben je aan het doen? Ik doe het afwas.Ik ben aan het naaien.
Mais aussi Ik maak een
jurk.
Het eten maken. Het afwas doen.
Buitenbeentjes.
Een
suggestie doen.
Ik
doe er een uur over met de fiets, om naar huis te rijden= Je met une heure à vélo pour rentrer à la maison
Ze doet mij denken aan mijn zus= Elle me rappelle/ me fait penser à ma soeur
Ze doet mij denken dat ik nog boodschappen moet doen= Elle me rappelle/ me fait penser que je dois encore faire des courses
Het
doet er niet toe= Cela n' a pas d'importance, cela ne change rien
Het
maakt niet uit= Peu importe
Het
maakt geen verschil= Cela ne fait pas de différence
Jij
maakt het verschil= Tu fait la différence
Het
maken in het leven = succes hebben
Maak dat je weg bent= dégage, part
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire