La règle de base dans une construction de phrase en
néerlandais est que le verbe conjugué ou l' auxiliaire vient en deuxième
position dans la phrase.Si l'on place par exemple une notion de temps en
début de phrase le sujet passe derrière le verbe pour garder celui-ci en deuxième
position.
Ik werk morgen.
Ik ga morgen werken.
Morgen, werk ik.
Morgen ga ik werken.
Cela compte aussi pour une phrase composée de deux
phrases.
Wanner ik een huis gevonden heb, zal ik verhuizen.
Dans toutes ces constructions de bases le verbe conjugué ou l' auxiliaire reste
en deuxième position. Quand une indication de temps, place, ou autre vient en
première position, le sujet passe derrière le verbe ou l' auxiliaire.
Mais certains mots ne causent pas cette inversion et sont directement suivit du
sujet, et le verbe conjugué ou l' auxiliaire passe en fin de phrase,
Voici une liste de mots qui ne causent pas d' inversion s'il sont devant dans
la phrase.
Omdat ik. Omdat ik morgen met de fiets zal komen, zal ik iets
later zijn
Ik zal iets later zijn, omdat ik met de fiets kom.
Totdat ik. Totdat ik een huis gevonden heb, zal ik hier blijven wonen
Dat ik. Ik geloof dat ik de griep heb
Wanner ik. Wanner ik een huis gevonden heb, zal ik verhuizen
Zodra ik. Zodra ik een huis gevonden heb, zal ik verhuizen
Als ik . Als ik een huis gevonden heb, zal ik verhuizen
Want ik. Ik kom niet, want ik moet met mijn kinderen naar school gaan
Maar ik. Het is een vreemd verhaal, maar ik geloof je
Sinds ik. Sinds ik verhuisd ben, voel ik mij beter
Toen ik. Toen ik een huis gevonden had, ben ik verhuisd
En ik.
Of ik.
a compléter....
Certains demandent malgré tout une inversion dans certaines constructions de
phrases , comme
Sinds ik niet meer rook, voel ik mij beter
mais
Sinds dan ben ik niet meer geweest
Toen ik jong was ging ik met de fiets naar school
Toen was ik jong en had ik nog geen moeite om met de fiets te rijden.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire