Leçon 6. Een Dag

Déroulement d' une journée en phrases simples.

Ik sta op om zes uur. Je me lève à six heure ( opstaan= verbe séparable= sta op)
Ik was me. Je me lave
Ik scheer me. Je me rase
In neem een ontbijt. Je prend un petit déjeuner
Ik ga met de wagen naar het werk. Je vais en voiture au travail
Ik parkeer in de straat rechtover het kantoor. Je me parque dan la rue en face du bureau
Ik zit aan mijn bureel.Je suis assis à mon bureau
Ik werk met een P.C. Je travaille avec un P.C.
Ik neem een pause om tien uur. Je prend une pause à dix heure
'S middags, heet ik mijn boterhammen op het werk. Le midi, je mange mes tartines au travail
Ik drink een Cola. Je bois un Coca
'S avonds rijd ik terug naar huis. Le soir je rentre à la maison ( en roulant)

Détails

Ik sta op om zes uur. Je me lève à six heure
( opstaan= verbe séparable= sta op)

Ik was me. Je me lave
Phrase simple: verbe was suit le sujet ik

Ik scheer me. Je me rase
me= forme moins stricte de mij

Ik neem een ontbijt. Je prend un petit déjeuner

Ik ga met de wagen naar het werk. Je vais en voiture au travail
Wa_gen= a long syllabe ouverte
Ik parkeer in de straat rechtover het kantoor. Je me parque dan la rue en face du bureau

Ik zit aan mijn bureel.Je suis assis à mon bureau

Ik werk met een P.C. Je travaille avec un P.C.

Ik neem een pause om tien uur. Je prend une pause à dix heure

'S middags, heet ik mijn boterhammen op het werk. Le midi, je mange mes tartines au travail
La phrase commence par une indication de temps, il suit une inversion de sujet verbe: heet ik et non ik heet
Bo_ter_ham_men. Le o est long syllabe ouverte

Ik drink een Cola. Je bois un Coca
o long

'S avonds rijd ik terug naar huis. Le soir je rentre à la maison ( en roulant)
La phrase commence par une indication de temps, il suit une inversion de sujet verbe rijd ik et non ik rijd
'S avonds rijd ik terug naar huis. Il est courant en néerlandais de dire en un verbe la façon de se déplacer.
Ik rijd terug naar huis= Je rentre ( en roulant )
Ik wandel terug naar huis =Je rentre en marchant
Ik fiets terug naar huis= Je rentre à vélo